Fluïde redeneren, werkgeheugen, verbaal begrip….dat zijn zomaar wat begrippen die je tegen kunt komen in een verslag van een intelligentieonderzoek. Maar waar staat het allemaal voor? In dit blog wil ik proberen daar antwoord op te geven.
CHC-MODEL
De WISC-V is gebaseerd op het CHC-model van Cattell, Horn & Carroll. Dit theoretische model gaat uit van een algemene intelligentiefactor (Gfactor) die is opgebouwd uit verschillende brede cognitieve vaardigheden die zelf ook weer bestaan uit verschillende nauwe cognitieve vaardigheden. Hoe dichter de brede cognitieve vaardigheid bij de algemene intelligentiefactor staat, hoe meer deze daarop van invloed is.
INDEXEN
In de WISC-V worden er naast het totaal IQ (de Gfactor) 5 primaire indexen beschreven, namelijk de fluïde redeneren index, verbaal begrip index, visueel ruimtelijke index, werkgeheugenindex en de verwerkingssnelheid index. Daarnaast zijn er ook nog de aanvullende indexen: kwantitatief redeneren index, auditief werkgeheugen index, algemene vaardigheid index, non-verbale index en de cognitieve competentie index. Ik beperk mij in dit blog tot een beschrijving van de primaire indexen.
FLUIDE REDENEREN
GF of de FRI staat voor de fluïde redeneren index, de vloeiende intelligentie. Hieronder verstaan we het vermogen tot abstract redeneren, het zien van onderliggende conceptuele relaties tussen visuele objecten en het redeneren op basis van het identificeren en toepassen van regels. Problemen met het fluïde redeneren kunnen zichtbaar worden door problemen met begrijpend lezen, het maken van redactiesommen, het zich eigen maken van rekenprocedures en het schrijven van teksten.
VERBAAL BEGRIP
GC staat voor de gekristalliseerde kennis. De VBI, de verbaal begrip index, is hier onderdeel van. Gekristalliseerde kennis staat voor de verworven kennis in de eigen cultuur en de toepassing daarvan. Taalontwikkeling is hiervan een belangrijk onderdeel. Ook verbaal redeneren valt onder het verbaal begrip. Een lage score voor de gekristalliseerde kennis kan duiden op problemen met het begrip bij lezen, het begrijpen van wiskundige taal, problemen met de zinsbouw, verkeerd gebruik van woorden en een zwak expressief taalgebruik.
WERKGEHEUGEN
GSM staat voor het korte termijngeheugen. In de WISC-V wordt dit weergegeven als de WGI, de werkgeheugen index. Hieronder verstaan we het kort vasthouden van informatie in het geheugen en hier een bewerking op uitvoeren. In vrijwel alle taken wordt op enige wijze een beroep gedaan op het werkgeheugen, het is daardoor ook een zeer belangrijke factor voor het schoolse leren. Je ziet bijvoorbeeld problemen met het navertellen van wat iemand net heeft gelezen, het automatiseren van wiskundige kennis, het vasthouden van informatie bij redactiesommen, het maken van aantekeningen en het spellen van woorden met meerdere lettergrepen.
VISUEEL RUIMTELIJK
GV of VRI staat voor de visueel ruimtelijke index. Hieronder wordt verstaan het gebruik maken van mentale en visuele beelden om problemen op te lossen. Problemen op visueel ruimtelijk gebied komen bijvoorbeeld tot uiting in problemen met het lezen van plattegronden en grafieken, moeite met het inschatten van grootte en hoeveelheid. Ook kan je problemen zien met het herkennen van letters, het schrijven van woorden die op basis van woordbeeld gekend worden, schrijfproblemen zoals moeite met de schrijfrichting van letters en moeite met het begrip van de getallenrij.
VERWERKINGSSNELHEID
GS of VSI staat voor de verwerkingssnelheid. Hiermee wordt de snelheid en nauwkeurigheid van visuele identificatie, besluitvorming en implementering van de beslissingen bedoeld. Een lager resultaat op de verwerkingsnelheid kan leiden tot problemen met het automatiseren, een trage leessnelheid, laag schrijftempo, vertraging in het ophalen van kennis uit het geheugen en een lage snelheid voor het uitvoeren van rekenbewerkingen.
TIPS
Als je weet op welk gebied de problemen zich bevinden dan kan je ook gericht tips geven om deze vaardigheden te versterken. Via mijn accounts op social media zal ik tips delen. Uiteraard zal een intelligentieonderzoek ook afgesloten worden met tips gericht op het intelligentieprofiel van uw zoon/dochter.